zondag 19 oktober 2014

ver van de oorlog?

De titel van de tentoonstelling in het Red Star Line museum "Ver van de oorlog?" deed mij nadenken over mijn grootouders. 
Waar verbleven zij tijdens die Grote Oorlog? Konden ze in hun huis blijven wonen of waren ze gevlucht?
En waar was de familie van opa Jules Pype die zogezegd ver van de oorlog in Amerika verbleef?

Bij het uitbreken van de oorlog woonde de familie van opa Jules Pype op 't Veld in Staden.
Oma Marie Vanderieviere, haar vader, broers en zus hadden een kleine boerderij op de Hazewind in De Geite - Hooglede. 

Opa Jules Huyghe woonde met zijn zus en moeder op de Mispelaareik in Staden. 
En Oma Alice Casier tenslotte woonde met haar ouders, broers en zussen in Handzame. 


+++

Mijn overgrootouders (ouders van Jules Pype) Henry Pype en Thérese Wyballie zijn respec. 62 en 57 jaar oud in 1914. Ze hebben 3 kinderen.


Hun oudste zoon, Jules Pype is in 1910 naar Amerika getrokken. Zijn verhaal kun je lezen bij de site van familiegeschiedenis.



Pype Jules 

De stamboomgegevens leren ons dat de dochter Marie Louise gehuwd is met Cyriel Zeenaeme. Ze hebben 5 kinderen waarvan er enkele geboren zijn in Chalo St Mars in Frankrijk. In 1920 zijn ze terug in Staden en wordt hun jongste zoon geboren. Kort daarna sterft de moeder Marie Louise. 
Wij kunnen dus besluiten dat ze tijdens de Eerste Wereldoorlog in Frankrijk hebben verbleven, samen met Henry en Thérese.

De jongere zoon van Henry en Thérese, Cyriel Pype is 19 jaar in 1914. 

Hij was soldaat bij de 4 jagers te voet vanaf 5 juli 1915.  Hij sneuvelt op 2 oktober 1918 en ligt begraven op het Belgische militaire begraafplaats van Houthulst.

+++

Oma Marie Vanderiviere, was 23 jaar bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. Ze woonde op de Hazewind in De Geite - Hooglede.


Vanderiviere Marie

Haar moeder , Juliana Demeulenaere overleed in 1911. 

Marie verbleef met haar vader, Amandus Vanderiviere, haar zus Renilde en man Albert Vanmechelen en twee van haar broers nl. Alfons en Albric  van 1916 tot 1919 in Gonesse in Frankrijk.   Ze wonen er op twee verschillende boerderijen. Twee kinderen van Renilde zijn in Gonesse geboren. 

De twee andere broers van mijn oma Marie, Remi en Jules zullen aan het Ijzerfront vechten. 

Remi wordt opgeroepen op 17 juli 1917 en sluit na zijn opleiding in Granville / Frankrijk aan bij de 6de comagnie, 2de battalion, 16de regiment. 
Jules wordt 4 maand later opgeroepen, 20 november 1917 . Na zijn opleiding maakt hij deel uit van het 3 de regiment Jagers te voet.  
Beide mannen zullen de oorlog overleven en zijn vrij van dienst in oktober 1919.
Remi zal later met zijn vrouw en oudste zoon naar Canada verhuizen.
+++

Over de vader van mijn moeder, Jules Huyghe bezitten we een geschreven bron en kunnen we met 100 % zekerheid zeggen dat hij in Staden woonde in 1914, 24 jaar was en het grootste deel van de oorlog in Staden heeft verbleven.



Huyghe Jules

Hij woonde op de wijk Mispelaareik samen met zijn moeder Romanie Laleman en één van zijn zussen, Julia, op een kleine boerderij.  Ze hadden grond dat ze bewerkten en enkel koeien. 
Zijn vader, Alphonsius Huyghe was in 1910 overleden.

Julia Huyghe had een dagboek en daarin lezen we dat ze op vrijdag  16 oktober 1914 op het land heeft gewerkt. De nacht van vrijdag op zaterdag was het erg onrustig in Staden en waren er 19 mensen komen schuilen in de kelder van hun woning in de Diksmuidestraat. Op maandag 19 oktober, die later Schuwe Maandag zal genoemd worden, verblijven er 12 mensen in de kelder, familie en/of buren.
Eén ervan heet, Auguste Laleman en is de broer van Romanie.  Zijn vrouw en dochters zijn gevlucht naar Watou. Auguste is in Staden gebleven voor zijn dieren.  Hij verlaat evenwel de kelder om zijn koeien te gaan melken. Ze zien hem nooit meer terug.  Hij is één van de 17 burgerslachtoffers.

Op dinsdag 20 oktober gaan mijn opa, Jules Huyghe, zijn zus en moeder vluchten naar familie die woont op De Geite - Hooglede. Ze zijn er enkele dagen bij de schoonzus van Romanie, Nathalie Ostyn. Mijn opa gaat s'nachts over en weer naar Staden om voor zijn dieren te zorgen. Mijn opa zal hen vertellen van de burgerslachtoffers die hij heeft zien liggen op de Mispelaareik.
  
Op woensdag 24 oktober gaan ook Julia en haar moeder Romanie terug naar hun huis in Staden.  Ze kunnen er evenwel niet slapen en verblijven tijdelijk bij de zoon van Nathalie Ostyn in de Handzamestraat in Staden.  Julia schrijft dat ze drie dagen hebben gepoetst in hun huis. Op de hoogdag van 1 november zijn ze gans de dag in hun huis gebleven. Ze zullen er gedurende de oorlog vluchtelingen opvangen maar ook Duitse soldaten een onderdak geven. 

Haar dagboek eindigt op 17 juni 1917. Mogelijks zijn ze dan net als alle andere Stadenaars toch nog moeten vluchten want op 25 juni werd Staden verplicht ontruimd.... 


+++

De moeder van mijn moeder, Alice Casier woonde in Handzame en was maar 16 jaar toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak. 


Casier Alice

Haar beide ouders leefden nog. Cerilius Casier was 44 jaar en zijn vrouw Ermenie Dewilde was er 40. Bij het uitbreken van de oorlog waren 6 van de 11 kinderen in leven. 

Ermenie was in 1914 zwanger van haar 12de kind. Op 5 augustus 1914 werd hun zoon Michel in Handzame geboren. Op 28 september 1914 stierf hij en in 1916 stierf in Handzame hun zoon Remi die in 1913 geboren werd. 
Volgens een familielid is mijn oma in de oorlog gevlucht naar Wondelgem bij Gent. Ze zou er naar school zijn gegaan. 
Mogelijks was Alice bij haar grootmoeder Barbara Sintobin. Barbara is overleden in 1917 in Gentbrugge. 

zondag 12 oktober 2014

De Red Star Line - Leke

We zijn gaan kijken naar de toneelvoorstelling "De Red Star Line" in een regie van Rik Labeeuw. 
Een schot in de roos zou ik zo zeggen. 
De toneelkring De Speye van Leke bracht alvast een voorstelling die we konden smaken.

Dit is één van de programma's die worden opgezet in het kader van 100 jaar Gazette van Detroit.


Voor wie de voorstelling niet kan gaan zien, kan het boek lezen "Met de Red Star Line naar Amerika" geschreven door Alex Van Haecke.