Emiel is de zoon van Felix Laleman ( ° Zarren, 10 juli 1849 - + Zarren 7 mei 1917) en Maria Deygers (°Lichtervelde, 15 maart 1855 - + Granville, Wisconsin, 3 mei 1925 ). Ze wonen in Zarren.
Felix Laleman |
Felix is paardengeleider en Maria is klakkenmaakster, lezen we in hun huwelijksakte van 30 augustus 1878. De ouders van Maria houden een herberg open in Zarren. Felix en Maria zullen 11 kinderen krijgen. Twee zonen sterven als kind.
- Camillus Theophilus Laleman 1879-1958
- Herminia Florentina Maria Laleman 1880-1957
- Cirillus Laleman 1882-1928
- Emilius Laleman 1884-1886
- Hector Leo Laleman 1886-1935
- Irma Maria Laleman 1887-1981
- Bertina Paula Susanna Laleman 1889-1970
- Camilla Maria Laleman 1891-1985
- Malvina Maria Laleman 1894-1977
- Emilius Antonius Laleman 1896-1916
- Paulus Ludovicus Laleman 1898-1899
Met uitzondering van de vader Felix en de zoon Emilius Antonius Laleman vertrekken alle gezinsleden naar de VS.
Het vertrek van de zoon Cirile Laleman kon je al eerder op deze blog lezen. Na hem zullen nog twee broers immigreren. Camillus in 1905 en Hector in 1907.
De vierde zoon Emilius blijft bij zijn ouders en zussen in Zarren. Hij zal op 29 juli 1915 opgeroepen worden om te vechten aan het front. Zij familie (zussen, moeder) zijn gevlucht naar De Panne en Brussel. Vader Felix blijft in Zarren op de boerderij.
Emiel krijgt zijn opleiding in Fecamp in Frankrijk van 29 juli 1915 tot en met 1 mei 1916. Van die periode zijn een paar brieven bewaard gebleven die hij schreef aan zijn zus Camilla die in Brussel verbleef.
Dit is de eerste brief die hij schreef vanuit Fecamp aan zijn zus Camilla
De vierde zoon Emilius blijft bij zijn ouders en zussen in Zarren. Hij zal op 29 juli 1915 opgeroepen worden om te vechten aan het front. Zij familie (zussen, moeder) zijn gevlucht naar De Panne en Brussel. Vader Felix blijft in Zarren op de boerderij.
Emiel, Irma en Malvina Laleman |
Emiel krijgt zijn opleiding in Fecamp in Frankrijk van 29 juli 1915 tot en met 1 mei 1916. Van die periode zijn een paar brieven bewaard gebleven die hij schreef aan zijn zus Camilla die in Brussel verbleef.
Dit is de eerste brief die hij schreef vanuit Fecamp aan zijn zus Camilla
Fecamp, 9 september 1915
Beminde zuster Camilla
Ik verhoop dat gij zo als ik nog altijd in volle gezondheid zijt. Ik heb hier een adres gevonden bij een der oversten en weet niet als mijn brief zal terecht komen.
Gelijk gij ziet ben ik in Fecamp. Wij zijn nu binnen gevraagd en den 30 juli heb ik mijn zusters verlaten om 6 uren s’morgens. Het was een droevigen dag voor mij en mijn zusters. Gij kunt wel denken en zo een en staat 9 maanden gevlucht zijn en binst zoo een vervelenden tijd. en met onze beminde zusters Herminie en Irma gaat het ook geheel goed. Ik weet hun adres niet en kan hun niet schrijven.
(pag 2)
Ik heb hier den 31 juli om 10 uren ‚avonds toe gekomen . Ik zal eens mijne reis uiteenleggen. Ik ben den 30 juli ten 8 uren s’morgens uit Veurne vertrokken met den trein. Ik en mijn vriend een Gentenaar een coiffeur hij was ook in de Panne als vluchteling Wij reden naar Calais. Het was 12 : 30 uur als wij daar toekwamen. Wij bleven daar tot 7 uren avonds. Wij reden dan naar Parijs. Het was dan 7 uren ‚s morgesn 31 juli als wij daar toekwamen. `wij moesten daar blijven tot 10 uren in de kazerne zoo dat wij maar weinig van Parijs gezien hebben. Van daar zijn wij naar hier vertrokken waar wij den zaterdag 31 juli om 10 uren s’avonds toe kwamen. Er zijn hier veel schone streken en schone bergen . Fecamp is ook schoon maar het is maar klein. èr zijn hier 19 companie's. Vercruysse is hier van Hector en Georges.
(pag 3)
en nog wat Zarenaars. Ik heb hier heel content maar ik denk dikwijls aan u alle en aan onze ouders bijzonderlijk. Gij heb zeker geen nieuws meer gehad van hun. Ik denk dat moeder zal sterven of gestorven is van verdriet. Ja, onze ouders maken waarschijnlijk veel verdriet in ons. `wij mochten nooit ons huis vertalen hebben maar nu is het te laat. Er is nu niets meer aan te doen. Ik denk ook veel aan mijns zusters die in de Panne zijn omdat ik weet hoe zij het daar stellen. (...)
(pag 4)
Liefste zuster ik zal eens mijn leven uiteenleggen.
's Morgens staan wij om 5 uren op. Wassen ons en om 5:30 uren drinken we koffie en eten we een half brood. Om 6 uren in den rang en ten 6:30 uren hebben we oefeningen tot 11 uren. Om 12 uren eten we soep, aardappelen, vlees en saus. Om 1:30 uren in den rang en van 2 uren tot 5 uren hebben we oefeningen. Om 5:30 uren aardappelen met vlees dat is het eten dat wij hebben en een dag zo dat nog niet te klagen hebben. Om 6 uren mogen wij uitgaan tot 9 uren en dan slapen. Des zondags mogen wij uitgaan. 's Morgens om naar de vroegmis te gaan (..)
Ik ben hier geheel gaarne en zou hier willen blijven voor den duur van den oorlog. Ik ben hier liever dan in de Panne.
(pag 6)
Ik heb al geschreven naar tante Irma en al nieuws gehad. Ze stellen het geheel goed. Ik heb ook al naar Amerika geschreven maar nog geen nieuws gekregen. Heb gij geen nieuws gehad van hun?
Liefste zuster veel nieuws weet ik niet maar verlangt van u een lange brief met veel nieuws op.
Een warme handdruk van uw broeder
Laleman Emiel
Centre d’ Instruction de la
1 Division d’armee Belge
2 Battalion
5 Compagnie
9e peloton
Fecamp
France
Toon aub deze brief aan Hermenie en Irma
Ik zal eens mijn portret laten maken en verzendenEmiel zal 9 maand en 4 dagen in het opleidingscentrum verblijven, lezen we in zijn militair dossier.
Vanaf 2 mei 1916 is hij aan het front. Op 15 juni 1916 schrijft hij een laatste brief aan zijn zussen in De Panne.
Emiel zal tijdens een zwaar gevecht sneuvelen op 15 juli 1916.
Emiel ligt begraven op de Belgische begraafplaats in Steenkerke.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten