zaterdag 11 augustus 2018

tentoonstelling : "Nooit meer, misschien..." is geopend

Gisteren, 10 augustus was de officiële opening van de tentoonstelling van Kortemark verbeeldt. 
Het is een tentoonstelling met beelden uit de regionale beeldbank. 
De tentoonstelling gaat door in de oude pastorie. Een mooi (helaas verwaarloosd) gebouw met oude tuin. 
In de verschillende kamers komen volgende onderwerpen aan bod.
Gesneuvelden
Op de vlucht
Kinderen in bezet gebied
Het leven onder de Duitsers 
Strijd : kleine verhalen uit de Groote Oorlog

De tentoonstelling is van 11 augustus tot 2 september 2018, elke zaterdag en zondag van 14 tot 19 uur. De tentoonstelling is gratis.

Op de tentoonstelling vind je de foto's terug die horen bij het verhaal van Emile Laleman en de familie Theophiel Casier - Hermenie Dewilde van het vluchtverhaal. 

Enkel sfeerbeelden van de opening:







zaterdag 21 april 2018

fotoboek bij het verhaal van Pitje Jules Pype

Ook van Pitje heb ik een fotoboek gemaakt. Het verhaal bij de foto's is geschreven zoals opa het zelf aan ons zou vertellen. Helaas, dit is in het verleden nooit zo geweest. Ik herinner mijn opa als een stille man, zittend in een rode zetel bij het venster.  Het was pas de laatste maanden, toen hij dement was geworden, dat hij onrustig rondwandelde in de woning en hij deed alsof hij in het opleidingskamp of bij zijn legereenheid was in Frankrijk.
Het verhaal heb ik kunnen schrijven door het vinden van officiële documenten die ons vertellen wanneer en waar in Amerika opa was tussen 1910 en 1921.

De passagierslijsten van Ellis Island, de aanvragen van de paspoorten om naar en terug naar het Oude Land te komen,de passagierslijsten van het Amerikaans Leger, de huwelijksakte, de geboorteakte van zijn eerste zoon, ....Op veel van die documenten kwam de naam Henry Decoster voor. Maar wie was die Henry? Familie? Misschien maar hoe?
De stamboom van Daniel Goos bracht de oplossing. Henry was gehuwd met Marie Pype, een nicht van opa.  Met de hulp van het Belgisch Huis in Moline vonden we de nazaten van Henry Decoster en Marie Pype terug.
Vier jaar verder zijn de achterkleinkinderen van Henry en Marie vaste FB vrienden. Maar ook met de familie van oma in Canada zetten we de contacten die vooral nonkel Gerard, had verder.
In het fotoboek hebben we een goede afwisseling gezocht tussen foto's, documenten en tekst. Ook over metje Marie Vanderiviere konden we enkele stukjes schrijven. Familie kon mij vertellen waar ze samen met haar vader, broers en zus verbleven heeft tijdens de Grote Oorlog.
Via het legermuseum van Brussel ontvingen we de militaire dossiers van Cyriel Pype en de broers van Marie Vanderiviere en konden we ons een beeld vormen van de mensen die achterbleven in België tijdens de Grote Oorlog.
Op twee documenten ben ik bijzonder trots dat ik deze heb kunnen bekomen : het Amerikaans paspoort van opa en  de gegevens van de doopakte van mijn vader, Cyril. 
Er zijn verrassende verhalen aan deze zoektocht verbonden.  Nadat we een artikel hadden geplaatst in de lokale krant ontving ik een mail van Marc Samyn. Hij had in de jaren '70 bij opa en oma geweest voor het maken van een stamboom.  Hij had er met een digitaal toestel een foto gemaakt van het Amerikaans paspoort van opa. Het originele document is op geen andere manier bewaard gebleven. De ondertussen gekende pasfoto wel.





Een tweede document is de doopakte van mijn vader. In oktober van 2014 was ik op een beurs van familiegeschiedenis afdeling Roeselare. Ik sprak er met een deelnemer van de beurs en vertelde mijn moeizame zoektocht... Hij zei dat ik alle informatie die ik had aan hem kon overmaken en dat hij in mei van 2015 oa naar Mt Clemens op reis ging. Hij ging een poging ondernemen om een doopakte te bekomen.  En jawel op 25 juni 2015 stond deze voor mijn verder onbekende man aan mijn deur met een afschrift van de  doopakte van mijn vader.
Het verhaal van opa en oma werd gedeeld met het Red Star Line Museum en met Familiegeschiedenis omdat het een universeel verhaal is.
Na vier jaar zoekwerk heb ik enkele families leren kennen van Amerikaanse veteranen. Het verhaal van hun vader, grootvader, overgrootvader loopt gelijk met dit van opa. Het oude land verlaten even na 1900, aansluiten bij het Amerikaans leger in 1918, als soldaat naar Europa komen, terug naar Amerika, huwen in België of Amerika met meestal een vrouw van Belgische afkomst, wel/niet terug naar Europa komen voor de crisis van de jaren '30. 
Het fotoboek is een andere manier om een stukje familiegeschiedenis te bewaren en te delen.

Wie interesse heeft, kan er één aanvragen door een mailtje te sturen naar redstarlinezoeker@gmail.com.  Ik zal afsluiten op vrijdag 27 april.

zaterdag 24 maart 2018

Addendum bij het vluchtverhaal Casier - Dewilde

Toen het vluchtverhaal was geschreven en verschenen op de site van familiegeschiedenis vroeg ik mij af :"wat is er geworden van al deze kinderen die mee waren op de vlucht?".

Ik startte mijn zoektocht bij de familie Eduard Dewilde - Julia Vandermeersch.



Eduardus Dewilde, Julia Vandermeersch,
bovenste rij :Augusta, Remi, Zulma, Paula,
onderste rij :Leon, Alice  en Ida


Via de beeldbank van Handzame vond ik enkele foto's van dit gezin of gezinsleden. 
Ida, die zo mooi tussen haar ouders in staat op de foto, werd zuster Elisabeth en gaf later les in de lagere school in Handzame.
(foto : beeldbank)


Alice trad in bij de Zusters van Liefde te Gent in 1936.  Zij werd zuster Juline. Zij ging werken in Heynsdaele bij de TBC patiënten. (foto : gekregen via de Zusters Van Liefde - Gent)



Augusta, Remi, Paula en Leon huwden.

Bij Remi kwamen er 12 kinderen. (foto : beeldbank)



Zoon Michel Dewilde werd pater van Scheut en vertrok naar Japan waar hij nog steeds woont en werkt. 

Zoon Gabriel werd pater Redemtoerist in Gent en studeerde o.a. in Rome Thomistische Theologie.

Van pater Gabriel zijn er nota's bewaard gebleven die o.a. gaan over de vlucht van zijn grootvader, Eduard Dewilde. 
Het zijn korte zinnen genoteerd op losse blaadjes.

De vluchtroute is gelijk aan het dagboek van Maurice Casier die ik gebruikte om mijn verhaal te schrijven. 
Handzame, De Geite (Hooglede), Zwevezele, Torhout, Gentbrugge en Wondelgem.  

En er is ook nieuwe info

1. In het huis van de familie Eduard Dewilde in Handzame liep er een luitenant op de voute en Eduard moest boven slapen

2. Acht dagen voor het vluchten viel er een obus op het huis van de familie Dewilde - Vandermeersch.  De zoldering was gescheurd.

3. In Zwevezele staat er dat de familie Casier verbleef in de Kerkstraat en Eduard Dewilde in de Pastoriestraat : op den Hille op de markt aan de kerk, een zijstraat 1ste huis links. 

4. Op de markt van Zwevezele moesten ze vergaderen om met Duitse vrachtwagens naar Torhout gebracht te worden. Daar was er geen trein om verder te reizen. Ze bleven vijf weken in Torhout. 
David Casier lag over eerde in 't strooi terwijl de mensen op de vlucht daar naast moesten eten en slapen. 

5. In Torhout gaat Eduard Dewilde en zijn gezin wonen in een klein huisje bij de familie Gabrielle Van Ryckegem  en Hector Verhaeghe en dit samen met de broer van Julia Vandermeersch, Desireé Vandermeersch
Op zondagnamiddag bakken ze lekstokken (?) en braden ze ook mussen. Nonkel Diesten (= Desireé) zie :"'t zien zeker kiekens? "

6. Na vijf weken in Torhout, moesten ze terug op de trein en wist niemand naar waar die zou rijden. De Duitsers haalden de mannen van de trein.
Remi Dewilde, zoon van Eduard, werd eraf gehaald.  

Hij zou dus volgens deze info niet in Handzame zijn moeten blijven maar werd hij wel terug naar zijn dorp gebracht. Verder kunnen we lezen dat het de eerste maal in zijn leven was dat hij op de trein zat. Desireé Vandermeersch, zijn oom, was mee. 

De dochters van Eduard, Zulma en Paula weenden zo hard dat hun vader die een spakke had, op de trein mocht blijven. 

Odiel Casier (zoon van Stefanie Dewilde) moest ook mee.  Hij kon later weglopen en vond zijn moeder terug in Wondelgem. 

7. Remi Dewilde zal voor de Duitsers moeten werken . Hij moest schoenen en "stiebels" herstellen samen met een Rus. Hij kent een paar woorden Russisch. De Rus was lui maar vriendelijk, schrijft Gabriel op één van de briefjes. 


8. De trein reed van Torhout naar .. de fabriek van ..(niet leesbaar) in Gentbrugge. 
Een van de soldaten stak de fabriek in brand. 

9. Eduard ging wonen aan het station van Wondelgem.

10. De burgemeester van Gentbrugge raadde aan naar de familie van villa Desegave (?) te gaan. 

Vooral deze laatste info maakte mij nieuwsgierig. Zou Desegave niet "Les Agaves" kunnen zijn? Dit is de naam van één van de vele kasteeltjes in Wondelgem. 

Ik vind in het boek "beelden van Wondelgem" dit kasteel terug in de Zeeschipstraat. Vroeger heette deze straat Meirestraat en laat dat nu juist de straat zijn die vermeld staat op de overlijdensaktes van Ida en Georges Casier. Daar lezen we "Meirestraat 34". Ik leg de kaart van het kasteel op een kaart van rond 1918 en kom ongeveer op dezelfde plaats uit. 
In een bron over de kastelen lees ik dat er vermoed wordt dat de familie Lummerzheim eigenaar is van dit kasteel. Het kasteel staat trouwens op hetzelfde grondgebied als het kasteel Lummerzheim en de fabriek van de familie. 


Wat moet ik nu verder met deze ene zin? 


Zou de familie Casier - Dewilde verbleven hebben in dit Kasteel ipv in Kasteel Lummerzheim? 
In een thesis die beide kastelen beschrijft kan ik op basis van de beschrijving niet uitmaken welk kasteel 17 kamers had en 3 kelders, zoals in de nota's van Maurice Casier staat. 
Beide kastelen liggen ook naast een spoorweg en hebben een balkon om de was te laten drogen. 

En zoals zo veel maal bij de opzoekingen komt het antwoord niet wanneer ik er heel hard naar zoek maar onverwachts, dus geduld.....






Met dank aan Daniel Allemeesch om de info te delen.  

vrijdag 2 maart 2018

Jules Pype : 1918 (2)

Het laatste puzzelstukje ... Wanneer is Pitje met zijn eenheid aangekomen in Europa en wanneer is hij terug naar de VS vertrokken. 

www.ancestry.com heeft ons het antwoord. 
zoek : Pype Jules 
resultaat : de gekende officiële documenten en ook twee nieuwe berichten 

Jules Pype





en 

Ik maak voor jullie de vertaling want de kopies zijn vrij onduidelijk.

Jules Pype is vertrokken uit Brooklyn, NY van pier 7 op 26 oktober 1918.

De inscheping is gestart om 10:40 AM en liep tot 2:25 PM. Het vertrek uit de haven was om 4:10 PM met de SS. Teiresias. 
De commanding officer of troops was 1st. LT Edmund Spies Engrs.
De battery 3 bestond uit 2 officieren en 244 soldaten, samen 246 man. (Totaal van de legereenheid was 912)
De eindbestemming was Engeland. Verder staat er op het document een stempel van 15 november 1918.

Op het tweede document lezen we wanneer hij terug naar de VS is gegaan. 

Jules Pype, vertrokken op 31 maart 1919 uit Brest France.
Aangekomen in Boston, Massachusetts op 10 april 1919 met de om 8:10 A.M. met de USS Mongolia. 
Hij had als naaste familie opgegeven Harry Decoster en als adres 1936, 10th street Moline, Illinois.
De militaire unie waartoe hij behoorde is 101st. F.A.(Field artillerie)  als rang : Private (=soldaat). Bij de nota’s staat Battery E, 
Tenslotte zijn nummer : 3 886 224
(gegevens op pag 77 lijn 81)

Er waren in de Battery E 197 namen genoteerd waaronder 6 die in eerste klasse verbleven en 2  in tweede klasse. 
De commanding officer of troops was Sherborne John H.

Wat zijn battery precies heeft gedaan in Europa (Frankrijk) kan je lezen in een boek dat werk geschreven over zijn Company. 


Pitje behoort dus tot de  laatste Amerikaanse soldaten die in Frankrijk aankwamen. 
9 november 1918, twee dagen voor de wapenstilstand.

Gelukkig voor ons heeft hij niet moet vechten maar wel kunnen meewerken aan de heropbouw. 

zaterdag 20 januari 2018

Jean François Millet

Een nieuw jaar. Ik dacht tijd voor iets anders....(lees : geen opzoekingen, blogbericht, etc)
In de brochure van Vormingplus vond ik volgende tekst " Eén van de bekendste werken uit de schilderkunst is ongetwijfeld "Het Angelus" van Jean-François Millet (1814 -1875).
Moest het schilderij niet zijn afgebeeld, dan wist ik niet over wie of wat ze het hadden. 
Misschien is het bij jullie ook zo? Je herkent de afbeelding maar wie was de schilder, voor wie werd het gemaakt, wat is de betekenis,....


foto: wikipedia

Verder in de aankondiging stond dat er twee tentoonstellingen in Rijsel gewijd zijn aan Millet : één retrospectieve en een tentoonstelling waaruit de invloed van Millets werk op de Amerikaanse kunst wordt aangetoond(*). 

Het feit dat het ging over een schilder die werkte toen mijn overgrootouders leefden, trok mijn aandacht. De aankondiging dat Millet invloed heeft gehad op de Amerikaanse kunst trok mij over de streep. 
Ik schreef mij in en vergat mijn voornemen.

Toch nog even opzoeken wat Angelus wil zeggen voordat ik naar de lezing van Joris Copenberghs ga, dacht ik. 
Het angelus (voluit Angelus Domini nuntiavit Mariae = Engel des Heren heeft aan Maria geboodschapt) is een katholiek gebed dat oudsher (sinds 1571) driemaal daags gebeden wordt; om zes uur 's morgens, twaalf uur 's middags en zes uur 's avonds. 
Dus drie maal per dag roept de kerkklok op tot gebed met drie keer drie klokslagen die worden gevolgd door een beurtzang van evangelische citaten waartussen vervolgens een weesgegroet gebeden wordt. 
De eerste beweging is die van God naar mens. 
De tweede is het antwoord van de mens "Hier ben ik." En de derde is het samengaan van de wereld van de mens en God. 
De gelovigen stopten hun werkzaamheden om te bidden. Dit gebruik is grotendeels in onbruik geraakt. 

Op het schilderij zien we dus de landbouwer en zijn vrouw op het land die even rust houden om te bidden. We zien rechtsboven de kerk.




Ik nam een foto in de tentoonstelling om te laten zien hoe klein het schilderij is in werkelijkheid.
Het is klein omdat het niet in grote prestigeuze ruimtes moet hangen. Het is op het eerste zicht ook geen historische inkijk bij een belangrijk persoon.
Het gaat over een boer, niet "de" boer. 

De gids liet ons kijken en gaf er zelf de volgende woorden aan. 
Het is een schilderij dat deemoed (nederigheid) uitdrukt. En ook dankbaarheid en verbondenheid.
Millet was een religieus man en een boerenzoon. Hij wist wat hij schilderde en deed het met liefde.
Het schilderij gaat over de waarheid van het gewone, eenvoudige dagelijkse leven zonder het te romantiseren. 

Ik laat je meegenieten van enkele andere werken van Millet. De foto's heb ik genomen op de tentoonstelling in Rijsel.






een onafgewerkt schilderij en mooi

Vaak bevatten Millets doeken haast archetypische beelden die wijzen op een hard leven op het platte land. 

Het zijn beelden die worden overgenomen in de sociale fotografie van de jaren 1910 -1930 in Amerika. Crisis en armoede waren er troef. Fotografen als Dorothea Lange (1895 - 1965) en Walker Evans (1903 - 1975) hadden hetzelfde doel. De wezens en dingen tonen zoals ze zijn. Om hun beelden te vormen, hebben deze kunstenaars inspiratie gevonden in de realistische schilderkunst en in de schilderijen van Millet.


Om de echtheid te onderlijnen worden de opnames begeleid door uitgebreide legende's om naam en stem te geven aan de stemlozen. Een gekend voorbeeld is Migrant Mother van Lange.


foto : redstarlinezoeker

Deze foto's uit 1936 maakte Dorothea Lange in opdracht van de Farm Security Adminstration omtrent de gevolgen van de Grote Depressie. 
De moeder is Florence Owens Thompson. Hier afgebeeld met twee van haar kinderen. 

Als je het mij vraagt, het zou even zo een hedendaagse foto kunnen zijn, genomen in één van de vele Europese vluchtelingenkampen.





(*) Jean - François Millet & Millet VSA
Palais Beaux-Arts Lille 13 octobre 2017 -  22 janvier 2018