zaterdag 24 maart 2018

Addendum bij het vluchtverhaal Casier - Dewilde

Toen het vluchtverhaal was geschreven en verschenen op de site van familiegeschiedenis vroeg ik mij af :"wat is er geworden van al deze kinderen die mee waren op de vlucht?".

Ik startte mijn zoektocht bij de familie Eduard Dewilde - Julia Vandermeersch.



Eduardus Dewilde, Julia Vandermeersch,
bovenste rij :Augusta, Remi, Zulma, Paula,
onderste rij :Leon, Alice  en Ida


Via de beeldbank van Handzame vond ik enkele foto's van dit gezin of gezinsleden. 
Ida, die zo mooi tussen haar ouders in staat op de foto, werd zuster Elisabeth en gaf later les in de lagere school in Handzame.
(foto : beeldbank)


Alice trad in bij de Zusters van Liefde te Gent in 1936.  Zij werd zuster Juline. Zij ging werken in Heynsdaele bij de TBC patiënten. (foto : gekregen via de Zusters Van Liefde - Gent)



Augusta, Remi, Paula en Leon huwden.

Bij Remi kwamen er 12 kinderen. (foto : beeldbank)



Zoon Michel Dewilde werd pater van Scheut en vertrok naar Japan waar hij nog steeds woont en werkt. 

Zoon Gabriel werd pater Redemtoerist in Gent en studeerde o.a. in Rome Thomistische Theologie.

Van pater Gabriel zijn er nota's bewaard gebleven die o.a. gaan over de vlucht van zijn grootvader, Eduard Dewilde. 
Het zijn korte zinnen genoteerd op losse blaadjes.

De vluchtroute is gelijk aan het dagboek van Maurice Casier die ik gebruikte om mijn verhaal te schrijven. 
Handzame, De Geite (Hooglede), Zwevezele, Torhout, Gentbrugge en Wondelgem.  

En er is ook nieuwe info

1. In het huis van de familie Eduard Dewilde in Handzame liep er een luitenant op de voute en Eduard moest boven slapen

2. Acht dagen voor het vluchten viel er een obus op het huis van de familie Dewilde - Vandermeersch.  De zoldering was gescheurd.

3. In Zwevezele staat er dat de familie Casier verbleef in de Kerkstraat en Eduard Dewilde in de Pastoriestraat : op den Hille op de markt aan de kerk, een zijstraat 1ste huis links. 

4. Op de markt van Zwevezele moesten ze vergaderen om met Duitse vrachtwagens naar Torhout gebracht te worden. Daar was er geen trein om verder te reizen. Ze bleven vijf weken in Torhout. 
David Casier lag over eerde in 't strooi terwijl de mensen op de vlucht daar naast moesten eten en slapen. 

5. In Torhout gaat Eduard Dewilde en zijn gezin wonen in een klein huisje bij de familie Gabrielle Van Ryckegem  en Hector Verhaeghe en dit samen met de broer van Julia Vandermeersch, Desireé Vandermeersch
Op zondagnamiddag bakken ze lekstokken (?) en braden ze ook mussen. Nonkel Diesten (= Desireé) zie :"'t zien zeker kiekens? "

6. Na vijf weken in Torhout, moesten ze terug op de trein en wist niemand naar waar die zou rijden. De Duitsers haalden de mannen van de trein.
Remi Dewilde, zoon van Eduard, werd eraf gehaald.  

Hij zou dus volgens deze info niet in Handzame zijn moeten blijven maar werd hij wel terug naar zijn dorp gebracht. Verder kunnen we lezen dat het de eerste maal in zijn leven was dat hij op de trein zat. Desireé Vandermeersch, zijn oom, was mee. 

De dochters van Eduard, Zulma en Paula weenden zo hard dat hun vader die een spakke had, op de trein mocht blijven. 

Odiel Casier (zoon van Stefanie Dewilde) moest ook mee.  Hij kon later weglopen en vond zijn moeder terug in Wondelgem. 

7. Remi Dewilde zal voor de Duitsers moeten werken . Hij moest schoenen en "stiebels" herstellen samen met een Rus. Hij kent een paar woorden Russisch. De Rus was lui maar vriendelijk, schrijft Gabriel op één van de briefjes. 


8. De trein reed van Torhout naar .. de fabriek van ..(niet leesbaar) in Gentbrugge. 
Een van de soldaten stak de fabriek in brand. 

9. Eduard ging wonen aan het station van Wondelgem.

10. De burgemeester van Gentbrugge raadde aan naar de familie van villa Desegave (?) te gaan. 

Vooral deze laatste info maakte mij nieuwsgierig. Zou Desegave niet "Les Agaves" kunnen zijn? Dit is de naam van één van de vele kasteeltjes in Wondelgem. 

Ik vind in het boek "beelden van Wondelgem" dit kasteel terug in de Zeeschipstraat. Vroeger heette deze straat Meirestraat en laat dat nu juist de straat zijn die vermeld staat op de overlijdensaktes van Ida en Georges Casier. Daar lezen we "Meirestraat 34". Ik leg de kaart van het kasteel op een kaart van rond 1918 en kom ongeveer op dezelfde plaats uit. 
In een bron over de kastelen lees ik dat er vermoed wordt dat de familie Lummerzheim eigenaar is van dit kasteel. Het kasteel staat trouwens op hetzelfde grondgebied als het kasteel Lummerzheim en de fabriek van de familie. 


Wat moet ik nu verder met deze ene zin? 


Zou de familie Casier - Dewilde verbleven hebben in dit Kasteel ipv in Kasteel Lummerzheim? 
In een thesis die beide kastelen beschrijft kan ik op basis van de beschrijving niet uitmaken welk kasteel 17 kamers had en 3 kelders, zoals in de nota's van Maurice Casier staat. 
Beide kastelen liggen ook naast een spoorweg en hebben een balkon om de was te laten drogen. 

En zoals zo veel maal bij de opzoekingen komt het antwoord niet wanneer ik er heel hard naar zoek maar onverwachts, dus geduld.....






Met dank aan Daniel Allemeesch om de info te delen.  

vrijdag 2 maart 2018

Jules Pype : 1918 (2)

Het laatste puzzelstukje ... Wanneer is Pitje met zijn eenheid aangekomen in Europa en wanneer is hij terug naar de VS vertrokken. 

www.ancestry.com heeft ons het antwoord. 
zoek : Pype Jules 
resultaat : de gekende officiële documenten en ook twee nieuwe berichten 

Jules Pype





en 

Ik maak voor jullie de vertaling want de kopies zijn vrij onduidelijk.

Jules Pype is vertrokken uit Brooklyn, NY van pier 7 op 26 oktober 1918.

De inscheping is gestart om 10:40 AM en liep tot 2:25 PM. Het vertrek uit de haven was om 4:10 PM met de SS. Teiresias. 
De commanding officer of troops was 1st. LT Edmund Spies Engrs.
De battery 3 bestond uit 2 officieren en 244 soldaten, samen 246 man. (Totaal van de legereenheid was 912)
De eindbestemming was Engeland. Verder staat er op het document een stempel van 15 november 1918.

Op het tweede document lezen we wanneer hij terug naar de VS is gegaan. 

Jules Pype, vertrokken op 31 maart 1919 uit Brest France.
Aangekomen in Boston, Massachusetts op 10 april 1919 met de om 8:10 A.M. met de USS Mongolia. 
Hij had als naaste familie opgegeven Harry Decoster en als adres 1936, 10th street Moline, Illinois.
De militaire unie waartoe hij behoorde is 101st. F.A.(Field artillerie)  als rang : Private (=soldaat). Bij de nota’s staat Battery E, 
Tenslotte zijn nummer : 3 886 224
(gegevens op pag 77 lijn 81)

Er waren in de Battery E 197 namen genoteerd waaronder 6 die in eerste klasse verbleven en 2  in tweede klasse. 
De commanding officer of troops was Sherborne John H.

Wat zijn battery precies heeft gedaan in Europa (Frankrijk) kan je lezen in een boek dat werk geschreven over zijn Company. 


Pitje behoort dus tot de  laatste Amerikaanse soldaten die in Frankrijk aankwamen. 
9 november 1918, twee dagen voor de wapenstilstand.

Gelukkig voor ons heeft hij niet moet vechten maar wel kunnen meewerken aan de heropbouw.